Borg gold aan het einde van de jaren 70 als de beste tennisspeler ter wereld. Hij schreef geschiedenis door tussen 1976 en 1980 vijf opeenvolgende overwinningen op Wimbledon te behalen. Daarnaast is hij recordhouder met 41 opeenvolgende gewonnen wedstrijden op Wimbledon. Hij won tussen 1974 en 1981 ook zes keer Roland Garros. In totaal behaalde Borg elf grandslamtitels. Hij is de enige die drie keer opeenvolgend de zogenaamde Channel Slam – in hetzelfde jaar Roland Garros en Wimbledon winnen – heeft behaald. Hij deed dat in de jaren 1978, 1979 en 1980.
Borg werd geboren in Stockholm en groeide op in Södertälje als zoon van een koopman. Het tennisspel was destijds tamelijk onbekend in Stockholm en omstreken. Borg beoefende dan ook aanvankelijk de daar gangbare sporten ijshockey en voetbal, totdat zijn vader een tennisracket won op een tafeltennistoernooi. De jonge Björn Borg leerde hiermee op zijn negende het tennisspel te beheersen.
Op de lagere school werd Borg gescout door Lennart Bergelin, een voormalig lid van het Zweedse Davis Cup-team, die meteen onder de indruk raakte. Dankzij het ijshockeyspel bleek Borg zowel links- als rechtshandig te kunnen spelen en aan het voetbal had hij een prima voetenwerk overgehouden.
In de daaropvolgende jaren volgden de eerste successen. Op vijftienjarige leeftijd won Borg de juniorentitel op Wimbledon en nam hij de eerste positie in op de wereldranglijst voor junioren. Twee jaar later won hij in Rome zijn eerste Grand Prix-toernooi. In datzelfde jaar behaalde hij op Roland Garros ook meteen zijn eerste grandslamtitel.
Borg liet op de tennisbaan nauwelijks zijn emoties zien, wat hem de bijnamen Iceborg, Iceman en Mr. Cool opleverden. Hij stond bekend om zijn specifieke speelstijl, waarbij hij het spel met harde slagen vanaf de basislijn dirigeerde. Zijn handelsmerk was zijn dubbelhandige backhand, die hij met veel topspin sloeg. De basis daarvoor had hij in het ijshockey gelegd. Zijn uitstekende voetenwerk had hij dan weer te danken aan het voetbal.